Een kleine anekdote: mijn wederhelft (M.) en ik zitten rond 6 uur samen te eten. We luisteren ondertussen naar een radioprogramma op NPO1 waarbij een madam aan het woord is die niet helemaal lekker uit haar woorden komt, maar uiteindelijk dit zegt: ‘Ik kijk hier letterlijk naar een foto van hem. Ik kan hem niet aanraken, maar ik kijk letterlijk naar het beeld van hem.’ M. en ik kijken elkaar aan en denken exact hetzelfde…
En dat is bijzonder, want hij is dyslectisch en ik ben docent Nederlands. Je kunt dus wel stellen dat er een miniem verschil is tussen ons taalgevoel. Toch valt ons hetzelfde op. Letterlijk, welke betekenis heeft dat eigenlijk in die zin? Kun je überhaupt figuurlijk naar een foto van iemand kijken? M. probeert het nog voor deze madam op te nemen en zegt: ‘Ja, je kunt toch tegen iemand opkijken. Dat is toch figuurlijk kijken?’ Helaas, goede poging, maar dat is toch echt een ander woord: ‘opkijken’.
Dat woord letterlijk, letterlijk in iedere zin gebruiken, is letterlijk iets van de laatste paar jaren. Het woord is z’n betekenis compleet kwijt. En ik moet zeggen, ik vind het bijzonder hoe taal verandert, maar hier stoor ik me aan. Waarom? Omdat ik het doodzonde vind dat men blijkbaar niet meer weet wat letterlijk betekent en nog erger, dus ook niet weet wat figuurlijk betekent! Spijtig, want figuurlijk taalgebruik is de kers op de taart in welke taal dan ook.
M. besluit mij na onze korte doch fijne conversatie over het woord letterlijk gelijk te geven en zegt: ‘ik voel me letterlijk een domme lul’. Ik zie meteen zijn hoofd voor me in de vorm van een …